"Waar is dat nu weer voor nodig", was mijn eerste gedachte toen ik de titel van dit boek las. Bij elk speeltempo is het immers handig om je openingen te kennen. Bovendien: als je ergens de kans hebt om een mislukte opening goed te maken is het wel met blitz en rapid. Toch moest ik terugdenken aan Anish Giri, die onlangs in Londen twee keer met wit kansloos van MVL verloor, terwijl hij in de eerste rapid partij met zwart gehakt maakte van zijn tegenstande. Giri's zwartrepertoire is beperkt met als specialiteit de Berlijnse muur. Giri's witrepertoire is gericht op het verwerven van een klein voordeel om dat dan in het eindspel te verzilveren. In rapid en blitz is dat een zeer veeleisende strategie en zijn tegenstanders krijgen altijd wel ergens wat kansen. Het advies van vader en zoon Svesnikov is om een openingsrepertoire te kiezen waarmee je in staat bent de loop van het spel te bepalen en de tegenstander op onbekend terrein lokt. Openingsvoordeel is dus geen doel op zich, maar je tegenstander moet de kans krijgen om in de fout te gaan. Hoewel ik sceptisch aan het boek begon, hebben de Svesnikovs me volledig overtuigd. Ik gebruik het repertoire regelmatig om te snelschaken op het internet en verdomd: het werkt! De meest verrassende aanbeveling is om 1.e4 te beantwoorden met de Aljechin verdediging. Welke e4-speler heeft een repertoire tegen de Aljechin? Niemand! Volgens de Svesnikovs is de Aljechin een onderschatte opening en ze bieden een eenvoudige en solide oplossing voor elke witte opzet. De redenering is simpel: zonder gedegen kennis van deze opening is het onmogelijk voor wit om voordeel te halen en in de praktijk zal zwart gemakkelijk gelijk spel bereiken in een stelling die hem veel beter ligt dan wit. Op 1.d4 bevelen ze het aangenomen damegambiet aan, met de bedoeling om op een verrassende manier aan de pluspion op c4 vast te houden. Erg interessant om eens te bekijken! Met wit is 1.e4 de aanbeveling, met als antwoord op 1. ... e5 het Weens (2.Pc3). De grote uitdaging is uiteraard een repertoire tegen het Siciliaans. Hier is (na 1.e4 c5) 2.b3 de verrassende keuze. Toch begint 2.b3 de laatste jaren steeds populairder te worden en o.a. Carlsen, Kramnik en Morozevich hebben de zet met succes toegepast. De Sveshnikovs diepen de varianten behoorlijk uit en komen met veel nieuwe ideeën. De recente "Beating the anti-sicilians" van o.a. Kotronias en Sveshnikov himself halen niet het niveau waarop deze 2.b3-variant in dit boek wordt uitgediept, laat staan dat er een weerlegging te vinden is. Naast de antwoorden 1...e5 en 1....c5 worden alleen nog het Frans en de Caro-Kann behandeld, waarbij voor beide varianten de opzet met 2.Pf3 d5 3.Pc3 wordt voorgesteld. Het is kortom geen compleet repertoireboek, maar wat ze behandelen wordt grondig gedaan:

1. Aljechin verddediging (zwartrepertoire) - 95 pagina's
2. Aangenomen Damegambiet (zwartrepertoire) - 56 pagina's
3. Réti opening en Engelse opening (zwartrepertoire) - 15 pagina's
4. Sicliaans (witrepertoire) - 59 pagina's
5. Caro-Kann (witrepertoire) - 62 pagina's
6. Weens (witrepertoire) - 65 pagina's
7. Frans (witrepertoire) - 49 pagina's

Naar mijn mening maakt dit boek zijn claim volledig waar. Het voorgestelde repertoire is uiterst geschikt voor blitz en rapid. Maar mijns inziens beidt het meer. Op amateurniveau is dit repertoire ook prima toe te passen in schaak met het klassieke tempo. De diepte van de varianten en de vele nieuwe ideeën maken dat dit repertoire voor spelers met een rating van minimaal tot 2100 prima geschikt is. Of zoals de Tjechen zeggen: niks meer aan doen!