Grandmaster Repertoire 6A - Beating the Anti-Sicilians

by Vassilios Kotronias

Recensie: Gerard Rill
Grandmaster Repertoire 6A - Beating the Anti-Sicilians

Terug

Elke Siciliaans-speler die ik ken baalt als zijn tegenstander niet de open variant kiest met 2.Pf3 en 3.d4. Al die uren studie van de Najdorf, de Draak en de Sveshnikov zo door het afvoerputje! Vaak uit dit balen zich in uitspraken over het gebrek aan moed van de tegenstander en de saaie stelling die wit op het bord heeft gebracht: "Schande, dat is toch geen schaken! Nee, het is een vorm van spelbederf en spelbederf moet bestraft worden! Eigenlijk zouden er boeken moeten zijn met de titel "Humiliating the Anti-Sicilian-players"" Ik zie na een zoekopdracht in de catalogus van De Beste Zet al 10 pogingen om de Anti-Siciliaans-speler een kopje kleiner te maken. Door schade en schande wijs geworden (ja, ook ik), past hier echter geen emotionele benadering, maar een rationeel repertoire, het liefst één waarmee zwart ook op winst kan spelen. Vassilios Kotronias is een vermaard theoreticus die voor Quality Chess onlangs een geweldig boek over de Sveshnikov variant heeft geschreven. Met het voorliggende boek wil hij zijn volgelingen uitrusten met een strijdvaardig repertoire tegen de anti-sicilianen. In de inleiding stelt Kotronias dat je als zwartspeler alleen succesvol kunt zijn in dit soms saaie en soms levensgevaarlijke repertoire, wanneer je over een gezonde positionele kennis beschikt. Kotronias kiest dus niet voor de weerlegging van de Anti-Siciliaanse varianten, maar voor verstandige varianten waarmee je met zwart voor 2 resultaten kunt spelen. Zijn typerende keuzes (na 1.e4 c5) zijn:

  • 2.f4 beantwoorden met 2...g6
  • 2.c3 beantwoorden met 2...Pf6 en een snel e7-e6 en d7-d6
  • 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 met 3...e5
  • 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 met 3...d6

Het is duidelijk dat dit boek is uitgekomen in de serie "Grandmaster Repertoire", dit zijn keuzes van en voor een grootmeester. Op 2.f4 speel ik zelf al jaren 2...d5, wat een interessant pionoffer inhoudt en een directe poging tot weerlegging is, maar wellicht te riskant voor een grootmeester? Ook zijn reactie op 2.c3 is eerder veilig dan ambitieus. Maar vooral de laatste keuze is opmerkelijk. De wereldtop speelt na 3.Lb5 bij voorkeur 3...g6 en via de "Najdorf"-zetvolgorde 2...d6 3.Lb5+ wordt 3...Ld7 als een simpele en veilige optie voor zwart gezien. Het gekozen repertoire heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast door zowel de Draak- / Najdorf-spelers, als de Sveshnikov-spelers. Nadeel is (vind ik) dat er veel theorie aan vast zit, in dit boek zo'n 80 pagina's, waarbij erg veel varianten in volkomen gelijke (en saaie) eindspelen verzanden. Bovendien zie je op amateurnivo (na 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 d6) vaak het systeem met 4.d4 cd4 5.Dd4, wat voor zwart zeker niet ongevaarlijk is en weer extra theoretische kennis vergt.

Ondanks deze kanttekeningen blijft dit een ijzersterk repertoireboek, waar je jaren mee toe kunt. Kotronias is zeer volledig (hij behandelt bijv. als enige de variant met 3.Lc4) en maakt zich er nergens gemakkelijk af. Hij graaft een stuk dieper dan bijv. Sveshnikov in zijn laatste boek "Sveshnikov vs. The Anti-Sicilians". Ook de vergelijking met Daniel King in zijn DVD "A repertoire for black against the Anti-Sicilians" valt gunstig uit voor Kotronias in termen van kwaliteit en kwantiteit. Samenvattend: als de keuzes van Kotronias je bevallen, dan kan ik je dit boek van harte aanbevelen.