Capablanca Move by Move

by Cyrus Lakdawala

Recensie: Gerard Rill

Capablanca: Move by Move

Terug

Iedereen die wel eens les heeft gehad van een echt goede schaker zal het beamen: tegen een 1 op 1 les kan geen boek op. Er zijn al veel boeken geschreven die schaaklessen "simuleren", maar niemand heeft dat zo consequent doorgevoerd als Cyrus Lakdawala. Deze Amerikaanse meester heeft al een hele reeks openingsboeken op zijn naam staan, die als een meester-leerling gesprek geschreven zijn, m.n. gericht op spelers met een ELO van 1600-2400. Ik zou zelf meer richting 1600-2000 denken, maar goed, ze zijn in elk geval goed ontvangen door de internationale schaakpers. Lakdawala vindt Capablanca - na Fischer - de sterkste schaker aller tijden. We hebben het hier dus niet alleen over een reeks schaaklessen, maar ook over een partijenverzameling van een groot wereldkampioen en een persoonlijke lofzang van de schrijver op zijn schaakheld. Dat kan iets bijzonders opleveren. Lakdawala analyseert Capablanca systematisch in 5 themahoofdstukken:
1. Capa on the attack
2. Capa on defence
3. Capa on exploiting imbalances
4. Capa on accumulating advantages
5. Capa on endings
Lakdawala gaat zo ver dat hij min of meer belooft dat het bestuderen van dit boek zeker ratingpunten zal opleveren: hij zag zijn eigen rating (op 51-jarige leeftijd) door het schrijven van dit boek bijna 90 punten stijgen! Aan de slag dus, bord en stukken erbij en studeren maar. De tijd die mij gegeven is dit boek te recenseren is tekort om een evt. stijging van mijn ELO-rating te bewerkstelligen. Maar ik kan wel vertellen wat mijn ervaring is met dit "move to move" formaat. Om te beginnen blijven de partijen van de "Mozart van het schaken" buitengewoon indrukwekkend door hun schijnbare eenvoud en grote helderheid, maar er zijn meer boeken over Capablanca die dat over het voetlicht brengen. Ik prefereer zelf schrijvers die met wat meer distantie en objectiviteit Capablanca's prestaties toelichten, maar je kunt natuurlijk ook van Lakdawala's ongebreidelde enthousiasme houden. Lakdawala is er echter niet in geslaagd is om een - zoveel mogelijk - constante moeilijkheidsgraad in de vragen en opdrachten te bereiken. Dit varieert werkelijk van 1600 tot 2400 niveau. Triviale vragen over openingszetten worden afgewisseld door extreem ingewikkelde eindspelposities, waar menig tegenstander van Capa zijn tanden op stuk beet. Wat Lakdawala dan weer de kans geeft om breed uit te pakken over Capa's kwaliteiten. En toch en toch: Capablanca's meesterwerken uitgelegd krijgen door uitstekende trainer is een genot en nog leerzaam ook. Lakdawala mag af en toe wat dweperig zijn, de uitleg die hij geeft is goed te volgen en dragen enorm bij in het waarderen van Capa's meesterwerken. Ik kan me niet voorstellen dat Willy Hendriks het hiermee oneens kan zijn. Laat ik het zo samenvatten: hou je van een enthousiaste schrijver en zoek je een schaakleraar, dan is dit een fantastische partijenverzameling.